Brandstofmotor na 2035 onzeker: fabrikanten verdeeld

De Europese plannen om vanaf 2035 alleen nog nieuwe auto’s zonder CO₂-uitstoot toe te staan, zorgen voor verdeeldheid in de autosector, meldt AutoWeek. Waar BMW en Stellantis pleiten voor herziening, dringt Polestar juist aan op een harde deadline.

BMW-topman Oliver Zipse noemt een verbod op brandstofmotoren te kortzichtig. Volgens hem moet gekeken worden naar de volledige levenscyclus van auto’s en de rol van brandstoffabrikanten. Zipse: “We doen onszelf geen plezier door arbitraire toekomstige deadlines te stellen voor industrieën. Het absurde is dat brandstoffabrikanten, zoals Shell en BP, geen doelen gesteld krijgen.” Ook Stellantis-CEO Antonio Filosa vindt een zwart-witbeleid onzinnig. Hij pleit voor Europees beleid dat de vervanging van oude auto’s versnelt, ongeacht aandrijving.

Vasthouden aan beleid

Polestar is als elektrisch automerk juist fel voorstander van de huidige koers. CEO Michael Lohscheller benadrukt dat de 2035-doelstelling duidelijkheid schept voor industrie, investeerders en klanten. Afzwakken zou volgens hem niet alleen het klimaat schaden, maar ook Europa’s concurrentiekracht. “Het EU-doel voor 2035 om de verkoop van nieuwe brandstofauto’s te beëindigen, was een keerpunt. Het gaf duidelijkheid aan de industrie, richting aan de investeerders en zekerheid voor de klanten. Het nu afzwakken daarvan zou het tegenovergestelde signaal afgeven: dat Europa uit zijn eigen verplichtingen te praten is. Dat zou niet alleen het klimaat schaden, maar ook Europa’s concurrentievermogen,” aldus Lohscheller.