De leukste momenten die je meemaakt als je als club wat langer bestaat, zijn de jubilea. Zo bestond onze eigen club twee jaar geleden 125 jaar. En ook vele leden draaien al heel wat jaren mee. Dit jaar mochten we liefst negen leden feliciteren met het feit dat ze zestig jaar lid zijn, drie leden met het vijftigjarig lidmaatschap, tientallen leden met het veertigjarig lidmaatschap en een paar honderd met het 25-jarig lidmaatschap.
Bijna 400 leden waren dit jaar 12,5 jaar lid. Iedereen wordt in het zonnetje gezet en bij de grotere jubilea krijg je de felbegeerde KNAC-speld van het betreffende lustrum. We doen daar ook wat lekkers bij. Rond deze tijd van het jaar staat het bureau vol met ‘remschijven’ van pepermunt en ‘gereedschap’ van chocolade. Het leuke is dat veel mensen ons een bedankje sturen met lieve en aardige herinneringen aan de club. Vaak staat in de brieven en mailtjes ook waarvoor zij lid zijn geworden. Zeker bij de oudere leden wordt de racelicentie genoemd en vaak ook dat opa’s, vaders en ooms eveneens lid zijn, dan wel waren.
Ik vind het vieren, wanneer iets gevierd kan worden, belangrijk. Het hoort bij onze eigen mores en geeft vorm aan wie we zijn. Het halen van een rijbewijs is ook zo’n rite de passage die in dit rijtje past. Bijzonder is ook dat mensen die niet meer kunnen autorijden toch geregeld vriendenlid blijven van de KNAC. Ons blad verbindt en geeft mensen kennelijk toch een gevoel nog automobilist te zijn, zelfs wanneer zij niet zelf meer rijden. Mooi dat ieder op zijn of haar eigen manier zo van auto’s kan blijven genieten. Exact waarvoor de KNAC staat.
Wouter Kolff, Voorzitter