Het aftellen naar de Tweede Kamer-verkiezingen in 2017 is merkbaar begonnen. Politici in de minderheid hebben namelijk alle registers opengetrokken met ‘het automilieu’ als traditioneel thema. “Verbied vanaf 2025 de verkoop van benzine- en dieselauto’s, sluit dan ook de tankstations en sta alleen de verkoop van volledig elektrische auto’s toe,” luidde de onheilspellende boodschap. Na de eerste schrikreacties op dit onzinnige plan werd het enigszins afgezwakt aan de Tweede Kamer voorgelegd.
Maar het kwaad was echter al geschied. De parlementariërs gaven de regering namelijk opdracht dit plannetje uit te werken in beleid. Daarmee moeten CO2 en vuile lucht worden beperkt. Dat streven onderschrijft de KNAC uiteraard ook, maar niet de manier waarop. Het is in eerste instantie controversieel, want in strijd met Europese CO2-wetgeving. Onze kolencentrales bliezen vorig jaar overigens twaalf procent meer CO2 de lucht in en grote olietankers en containerferry’s – waarvan er tientallen onze havens aandoen – produceren per stuk evenveel luchtvervuiling als één miljoen (!) auto’s.
Los daarvan zal realisatie van voornoemd milieuplan ons land volledig isoleren van de rest van Europa en derhalve zowel de mobiliteit als de economie ontregelen. Want: wie betaalt de transitie van verbrandingsmotoren naar elektrische tractie? Kan de overheid garanderen dat de laadinfrastructuur op orde is? En dan onze positie ten opzichte van ons omringende landen: zijn onze buitenlandse gasten met hun benzine- en dieselauto’s niet meer welkom? En kunnen eigenaars van elektrische auto’s na 2025 nog wel met vakantie naar het buitenland? Want wie garandeert dat daar ook voldoende laadpunten voor de stroomslurpende accu’s staan?
Nee, dat wordt dus niets. Beter ware het wanneer de overheid eens om tafel gaat zitten met de auto-industrie en energieproducenten. Niet in een sfeer van wederzijds wantrouwen maar met een gemeenschappelijk doel: de duurzaamheid snel en gefaseerd realiseren. Ik kan u verzekeren dat de autobouwers veel meer duurzame producten en diensten in ontwikkeling hebben dan kortzichtige politici wel beseffen.
Ray Uiterwaal
Voorzitter
