De voor 2025 voorziene Euro 7-emissienorm wordt waarschijnlijk wat minder streng dan gedacht. Dat zou betekenen dat er langer benzine- en dieselmotoren kunnen worden geproduceerd. Dat meldt Auto, Motor & Sport.
Het grootste probleem bij de uitlaatgassen is de uitstoot van stikstofoxiden (NOx). Met de komst van de Euro 6-emissienorm in september 2014 mogen benzinemotoren in personenauto’s niet meer dan 60 milligram per kilometer uitstoten en diesels niet meer dan 80 milligram. Die grenswaarden zijn niet veranderd toen Euro 6b, 6c of 6d werden ingevoerd, maar de wijze waarop dat werd gemeten veranderde wel.
RDE-meting
Bij de invoering van de Euro 6c-norm in september 2018 veranderde de meetmethode van NEDC (die sinds 1993 in gebruik was) naar de meer realistische WLTP. Net als de NEDC-meting is ook de WLTP-meting een rollenbanktest onder gunstige omstandigheden en daar mogen de genoemde NOx-waarden niet worden overschreven.
De volgende stap in de meetmethode was de invoering van de RDE-meting (Real Driving Emissions). Daarbij wordt een unit achterop de auto gemonteerd die tijdens een echte autorit de uitstoot meet. De RDE-meting duurt 16 minuten en begint met een koude motor. Precies daar zit ‘m de kneep, want de uitlaatgasreinigingstechniek werkt met een koude motor nog niet goed. Een NOx-katalysator werkt bijvoorbeeld pas optimaal vanaf 200 graden. Dat duurt enkele minuten en in die tijd produceert een auto veel vervuilende uitlaatgassen.
Maar als resultaat wordt het gemiddelde van die 16 minuten durende RDE-meting genomen. Bij een warme motor moeten de uitlaatgassen dus eigenlijk veel schoner zijn om de vuilere uitlaatgassen van de koude motor te compenseren. Veel motoren zitten als ze warm zijn zelfs onder de 20 milligram NOx per kilometer, ook diesels met NOx-katalysator en AdBlue-injectie.
Verschil WLTP en RDE
Aanvankelijk was een verschil van maximaal 110 procent toegestaan tussen de maximale waarden uit de WLTP- en de RDE-meting. Dus tijdens de RDE-meting mocht een benzineauto maximaal 126 g/km NOx uitstoten en een diesel 168 mg/km. Dit was een tijdelijke maatregel, die daarom Euro 6d TEMP werd genoemd en per september 2019 werd ingevoerd.
Sinds 1 januari 2021 moeten alle personenauto’s voldoen aan de Euro 6d-norm (zonder TEMP), waarbij de afwijking tussen de waarden in de RDE-meting en de WLTP nog maar 43 procent mag zijn. Dat betekent dus dat een benzineauto tijdens de RDE-meting maximaal 85,8 mg/km aan NOx mag produceren en diesels niet meer dan 114,4 mg/km. En die waarden moet een auto na vijf jaar ook nog kunnen halen, want er kunnen emissiemetingen gedaan worden met auto’s die tot vijf jaar oud zijn en 100.000 kilometer hebben gereden.
Omdat moderne benzine- en dieselmotoren nu al makkelijk onder de 20 milligram NOx per kilometer kunnen komen als ze warm zijn, zou een strengere Euro 7-emissienorm in principe geen probleem hoeven zijn. Er wordt momenteel gediscussieerd over 10 of 30 milligram NOx per kilometer voor zowel benzineauto’s als diesels.
Kortere RDE-meting
Maar er wordt aan een andere aanscherping van de regels gedacht, namelijk dat de auto onder alle omstandigheden aan de normen moet voldoen. Dus bij alle bedrijfstoestanden, zoals snelle acceleratie, topsnelheid, maximale belading, het trekken van een zware aanhanger en direct na een koude start. Vooral dat laatste wordt een bijna onmogelijke klus, want de katalysator van een auto heeft afhankelijk van de omstandigheden enkele seconden tot enkele minuten nodig om te gaan werken. En de speciale NOx-katalysator die nu bij dieselmotoren wordt gebruikt in combinatie met AdBlue-injectie moet een temperatuur van circa 200 graden bereiken om goed te functioneren.
Zou de RDE-meting nog 16 minuten bedragen dan kunnen de hogere emissies in de koude-startfase daarna worden gecompenseerd. Maar er wordt ook gediscussieerd om de RDE-meting terug te brengen naar 5 minuten en die tijd is te kort om de hogere uitstoot van de koude motor nog te compenseren. Veel deskundigen uit de autobranche twijfelen daarom aan de haalbaarheid van de Euro 7-emissienorm met nieuwe techniek. Sommige merken hebben daarom al aangekondigd geen nieuwe motoren meer te ontwikkelen.
