Per 1 oktober moeten Duitse tankstations met meer dan zes pompen een vergelijking van de energiekosten per brandstofsoort zichtbaar tonen. De vergelijking laat de kosten zien in euro’s per 100 kilometer van benzine, diesel, stroom, aardgas en waterstof. Dat meldt Auto Motor & Sport.
Als uitgangspunt voor de vergelijking dient de WLTP-verbruiksmeting van de drie bestverkochte auto’s in de compacte klasse, de middenklasse en de hogere klasse. Uiteraard is de prijsvergelijking gebaseerd op de Duitse energieprijzen.
De eerste resultaten laten zien dat een auto uit de midden- en hogere klasse 11 euro per 100 kilometer aan energiekosten vergt als er euro loodvrij wordt getankt. Een vergelijkbaar model met elektrische aandrijving kost 4,84 euro per 100 kilometer, een waterstofauto 7,60 euro op die afstand. De laatste is daarmee iets duurder dan een diesel die 7,48 euro per 100 kilometer kost. De vergelijking wordt elk kwartaal geactualiseerd.
De ingevoerde energiekostenvergelijking is het gevolg van een Europese richtlijn (2014/94/EU) over de infrastructuur voor alternatieve brandstoffen. Helemaal perfect is de vergelijking natuurlijk niet omdat energieprijzen variëren. Je kunt vaak veel goedkoper tanken bij een onbemande pomp aan de rand van een dorp, dan langs de snelweg. En de stroomprijzen variëren ook sterk. Je kunt met je elektrische auto snelladen voor rond de 60 eurocent, thuis stroom tanken voor een kwartje, of zelfs helemaal gratis als je genoeg zonnepanelen op je dak hebt. Niettemin geeft de vergelijking wel een indicatie van de grote prijsverschillen tussen de verschillende aandrijfvormen en hun brandstoffen.
