In 2019 zijn er opnieuw minder auto’s gestolen dan het jaar ervoor. Er was sprake van een daling van 2,1 procent naar 7.107 personenauto’s . De jaren van grote dalingen – meer dan 10 procent – zijn echter voorbij, zo meldt de Telegraaf op basis van cijfers van het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV).
De afgelopen decennia is het aantal autodiefstallen overigens wel zeer fors gedaald. “In 1997 werden er jaarlijks nog 28.000 personenwagens gestolen en inmiddels zijn dat er dus ruim 20.000 minder”, zo zegt Hendrik Steller, manager van het LIV. “Maar omdat we met georganiseerde voertuigcriminelen te maken hebben, zal diefstal altijd blijven bestaan. Het is een zaak van vraag en aanbod en we zien dat veel voertuigen op bestelling worden gestolen om te worden ontmanteld en versleuteld voor onderdelen.”
Steeds meer voertuigen worden niet direct gestolen maar verduisterd. Het gaat daarbij om huur- en leaseauto’s die niet worden teruggebracht. Vaak worden ze met valse identiteitspapieren bemachtigd, waardoor opsporing moeilijk is. In 2019 ging het daarbij om 2.154 van gevallen, een jaar was dat nog 751. Ook ziet het LIV de diefstal van ‘jonge’ voertuigen toenemen. Twee jaar oude auto’s zijn het meest gewild bij het dievengilde. De meeste gestolen auto is nu de Volkswagen Polo. Hij naam het stokje over van de Volkswagen Golf, die voorheen op nummer 1 stond.
