De wettelijke garantie op een gebruikte auto die door een autobedrijf wordt verkocht is eind vorige maand omhoog gaan van 6 naar 12 maanden. Met die wettelijke garantie wordt eigenlijk bedoeld dat de auto langer aan de Europese conformiteitsregels moet voldoen, en dat betekent dat je van een gekocht product mag verwachten dat het binnen die periode (nu dus 12 maanden) doet wat je er redelijkerwijs van mag verwachten.
In die tot 12 maanden verlengde garantieperiode geldt de omgekeerde bewijslast. Dat betekent dat als de auto een defect heeft dat zich niet voordoet aan een slijtage-onderdeel (rem, koppeling, banden en dergelijke), het verkopende autobedrijf moet aantonen dat de oorzaak van het defect niet bij hem of de auto ligt. Een goede garagist die zijn vak verstaat en het risico van 12 maanden ‘wettelijke garantie’ heeft ingecalculeerd, zal dit defect kosteloos verhelpen. Maar er zullen ongetwijfeld, net als nu, reparatiekwesties op een rechtszaak uitlopen. De wettelijke garantie – van 12 maanden – mag trouwens niet worden uitgesloten, ook al staat dit op de door beide partijen getekende aankoopfactuur.
BOVAG-garantie
De BOVAG-garantie die tot nu toe 6 maanden was, gaat per 1 juni omhoog naar 12 maanden. “Het duurt bij ons wat langer om onze eigen garantie bij alle aangesloten bedrijven aan te passen”, zegt Paul de Waal, woordvoerder van de BOVAG. “Maar de BOVAG biedt wel het voordeel dat bij een defect in de garantieperiode er zonder discussie altijd gewoon wordt gerepareerd. Overigens had die wettelijke garantie van 12 maanden al per 1 januari ingevoerd moeten zijn, want het is een Europese regel. Maar de demissionaire status van het vorige kabinet heeft het invoeren van de langere wettelijke garantie in ons land vertraagd. Er was overigens wel haast bij de invoering, want Nederland moest per dag dat de langere garantie niet was ingevoerd een boete aan de EU betalen. Vandaar dat de wet luttele dagen na goedkeuring door de Eerste Kamer al werd ingevoerd.”
Oudere occasions duurder
De langere wettelijke garantie zal vermoedelijk wel tot gevolg hebben dat oudere en goedkopere gebruikte auto’s in prijs zullen stijgen. Vanuit de hoek van de garagehouders die vooral in de goedkope segmenten actief zijn, is te horen dat ze het hogere risico van een defect – de periode waarin ze dat defect kosteloos moeten repareren wordt immer twee keer zo lang – zullen moeten doorberekenen aan de klant. En dat leidt tot hogere prijzen en mogelijk ook tot een geringer aanbod. Het is immers ook denkbaar dat oudere auto’s naar autobedrijven in andere landen worden verkocht om van het risico af te zijn.
De wettelijke garantie van 12 maanden geldt overigens alleen bij een verkoop van een bedrijf aan een particulier. De wet wil de consument namelijk beschermen tegen het risico van zijn eigen gebrek aan kennis van autotechniek, terwijl het autobedrijf die kennis wel heeft. Bij een transactie tussen twee particulieren zijn de verkopende en de kopende partij gelijkwaardig, evenals bij een transactie tussen twee autobedrijven.
