Nederland is een verenigingsland. Niet alleen zijn er talloze autoclubs, maar op bijna elk gebied zijn er clubs, stichtingen en verenigingen. De meeste van dit soort organisaties bestaan uit vrijwilligers die de activiteiten organiseren, de leden- administratie doen, het clubblad maken en de financiën bijhouden. Als verenigingen groter worden is de administratie meestal één van de eerste zaken die geprofessionaliseerd wordt. Ook belangenbehartiging voor leden wordt aan betaalde krachten overgelaten. Groeit de organisatie nog verder, dan kan het professionele deel in een aparte B.V. worden ondergebracht. Ons land kent veel van deze organisaties die zowel een B.V. als een vereniging zijn, zoals de omroepen en de ANWB, hetgeen men in de managementliteratuur ‘hybride organisaties’ noemt. Een enkele keer wordt zelfs van de vereniging afscheid genomen zoals bij de Engelse Automobile Association gebeurd is.
Bij de KNAC was het personeel lange tijd in dienst van de vereniging. Veel van de kosten voor het in de lucht houden van een professioneel apparaat werden gedekt door de inkomsten uit racelicenties. Tot 1980 was dit een belangrijke inkomstenbron van de KNAC. Maar toen splitste het ‘autosportdeel’ zich af en werd de oude sportcommissie verzelfstandigd in een nieuwe organisatie: de KNAF. Daarna ging het geruime tijd bergafwaarts met de KNAC, totdat de vereniging in 1990 bijna failliet was. In die periode werd de ANWB om hulp gevraagd. De ANWB werd aandeel- houder, waardoor voorkomen werd dat de KNAC zou omvallen.
Dit feit luidde een periode van herstel in. De KNAC ontwikkelde een aantal succes- volle initiatieven, zoals het aanbieden van pechhulp en verzekeringen aan zijn leden, met een focus op klassiekerbezitters. Het zorgde ervoor dat de KNAC in rustiger vaarwater belandde. Inmiddels is de KNAC dan ook weer winstgevend. De clubactiviteiten (rally’s, workshops, Cars & Coffee-bijeenkomsten, KNAC Masterclasses) worden uitstekend bezocht en ook het ledenaantal stijgt gestaag. Ofschoon de laatste cijfers nog niet bekend zijn, ziet het er naar uit dat we dit jaar met circa 400 leden zullen groeien – uniek in de ‘verenigingswereld’ – en de grens van 11.500 leden zijn gepasseerd. Er kan dan ook niet anders worden geconcludeerd dan dat de KNAC een mooie toekomst tegemoet gaat. Iets dat ik u, mede namens het bestuur en alle medewerkers, ook van harte toewens!
Peter-Eloy Staal
Directeur
